Cortisongebruik bij kinderen
Cortisonpreparaten worden gebruikt bij kinderen met benauwdheidklachten/astma/recidiverende bronchitis, of ter voorkoming van een infectiereactie. Het middel beïnvloedt helaas wel het hormoonproces en omdat de samenwerking van allerlei middelen op elkaar nog niet helemaal bekend is, adviseren wij terughoudend te zijn in het gebruik ervan bij kinderen in de groei.
Een van de bijverschijnselen van deze middelen is een groeiverstoring. Cortisonmiddelen kunnen ook infectiereacties maskeren. Bij langdurig gebruik kunnen veranderingen ontstaan in het slijmvlies van de keel en longen. Je merkt dan dat het kind vaak de keel schraapt, of een hese stem heeft. Cortisongebruik kan de werking van de bijnier beïnvloeden. Bij bepaalde doseringen kan het zelfs de werking van de hypothalamus, hypofyse en de bijnierschors beïnvloeden. Niet voor niets staat in alle bijsluiters van deze middelen dat je terughoudend moet zijn met het werken ermee bij kinderen in de groei. Groeihormoon is een bijproduct van de hypofyse en wordt in gang gezet door de werking van de hypothalamus.