Hartproblemen
Het hart is opgebouwd uit spieren, die 4 delen van het hart doet samentrekken. Allerlei kleppen zorgen ervoor dat als je hart zich samentrekt, het bloed enerzijds weggepompt wordt en anderzijds aangezogen wordt. Deze laatste activiteit ondersteunt de longwerking.
Bij ritmestoornissen krijg je onrust en wordt je makkelijk duizelig. Het bloed komt even niet waar het moet zijn en je wordt in plaats van ontspannen gespannen, kan het ineens warm krijgen en soms val je flauw. Pijn op de borst ontstaat, indien de oorzaak in het hartgebied ligt, doordat de doorbloeding van de hartspier niet optimaal is. Allerlei spieren rond het hart trekken dan samen, ook de tussenribspieren, je ervaart steken op de borst en een gevoel van benauwdheid. Een harttablet geeft dan even verbetering omdat de doorbloeding je hart korte ontspant.
Hoge bloeddruk heeft niet direct met het hart te maken. Wel wordt het hart opgejaagd door een verandering, meestal een vernauwing, in de Bloedcirculatie. Om toch overal evenveel bloed te kunnen laten komen moet de drukkracht van je hart omhoog. Als zowel de onder- als de bovendruk stijgt, samen met je pols, dan spreek je van inspanningsbloeddruk. Er is sprake van een prikkel die je opjaagt. Dit kan ontstaan bij bijvoorbeeld een hogere schildklieractiviteit, het gebruik van longmedicatie die indirect het hart activeren.
Bij hartfalen heeft de hartspier niet meer dezelfde kracht als voorheen, bijvoorbeeld na een infarct of bij langdurig medicatiegebruik.Het hart reageert op hersenprikkels via een zenuw (de nervus vagus) die ook een relatie heeft met de darmen en darmwerking. Hartwerking en darmwerking zijn dan ook met elkaar verbonden. Verstoring van de darm heeft dan ook effect op de werking van het hart, kan polsslagbevorderend werken en zelfs ritmeverstoringen laten ontstaan.
De werking van de schildklier heeft indirect een verband met bloeddrukstijging/daling en de stuwing ervan heeft effect op de nervus vagus waardoor ook weer ritmeverstoring kan ontstaan.
Goede samenwerking van de darm, het hart en de schildklier is belangrijk. Elke lokale verstoring moet je dus breed benaderen en vaak algeheel behandelen.
Bij elke hartritmestoornis proberen we in onze praktijk het ontstaan ervan te achterhalen. Daaruit komt dan vaak als advies bepaalde leefregels en medicatie die je algeheel helpen te ontspannen en ondersteunen als je teveel van je lichaam hebt gevergt.
Bij hartfalen onderzoeken we hoelang dit beeld reeds bestaat en of het herstelbaar is. Soms zoeken we naar een ondersteunend middel dat de hartkracht versterkt.
Onderzoek is bij hartklachten altijd een belangrijk uitgangspunt.